05 april 2006

Kronkels

Ik weet het: de titel van deze bijdrage is weinig origineel. Simon Carmiggelt was eigenlijk de enige die dit boven zijn columns mocht schrijven. Maar, om met zijn woorden te spreken, ik epibreer het ondanks alles en zal hier toch mijn ding doen.

De voorgaande weken was hij er ook. Op maandag, bij de bar. Soms was hij bezig de barman (Oscar) te plagen, de andere keer quasi verzonken in het draaien van een shaggie (zware shag). Hij is wat kleiner dan ik, grijs kalend. Een beetje gezet. De allereerste keer dat ik hem zag schatte ik hem een voorman in de bouw. Was helemaal juist.

Hij dronk sinas.
Huh?
Ja, sinas.
Nu weet ik redelijk goed wat drinken betekent. Mensen die me kennen weten dat ik in zeer korte tijd toch enige vorm heb gedronken. Dat terzijde. Eerder, een maand of twee geleden, zag ik hem voor het eerst. Hij dronk toen mijn meest favoriete merk bier (ik ga hier geen reclame maken, krijg er niet voor betaald). Nu dus sinas. Cola ook, maar geen bier.
Ik vroeg hem of hij gestopt was met drinken.
Tijdelijk gestopt, antwoordde hij.
Moet aan mezelf denken.
Ik keek naar zijn buik en dacht het te begrijpen. Verder niet meer over gehad.

Tot gisteravond.
Dit keer dronk hij wel, weer mijn meest favoriete merk. En, eerlijk is eerlijk, ik kon hem niet bijhouden. Het was net alsof hij wat goed te maken had.

Ik ga hier niet in details treden, maar uiteindelijk vertelde hij me dat dit toch echt zijn laatste biertje was voor vanavond. In eerste instantie waren afspraken van de volgende dag zijn excuus te stoppen, later vertelde hij me dat hij gezondheidsproblemen had vanwege het drinken.
Hij heeft mensen zien vertrekken, als in dood gaan.
Hij heeft armoede gekend. Armoede waar we geen voorstelling van hebben.
Hij heeft een zoon in dezelfde leeftijd als ik. Zijn zoon heeft dezelfde naam als ik.
Hij heeft dezelfde voornaam als mijn vader.

Was dit nou zo'n schoolvoorbeeld van een teken?

Geen opmerkingen: